Caparol Capatex Spack
De Caparol Capatex Spack is uitstekend geschikt voor wanden en plafonds van spack. Het product is gemakkelijk te verwerken door zijn lange open tijd.
Lees de volledige productomschrijving
De Caparol Capatex Spack is uitstekend geschikt voor wanden en plafonds van spack. Het product is gemakkelijk te verwerken door zijn lange open tijd. De verf is oplosmiddelvrij en met water te verdunnen.
Eigenschappen
Rendement: 150 ml/m2
Verpakking: 5L / 10L
Droog na: ca. 4-6 uur
Overschilderbaar na: ca. 4-6 uur
Aanbevolen roller: ProGold Vachtrol Compleet
Aanbevolen kwast: ProGold Texkwast 7955
Glans: Mat
Verwerking
Minerale pleisterlagen
- De ondergrond moet draagkrachtig, schoon, droog en vrij zijn van stoffen die de hechting
verminderen. - Draagkrachtige, normaal zuigende pleisterlagen zonder voorbehandeling schilderen.
- Poreuze, zanderige of zuigende pleisterlagen voorstrijken met Caparol CapaTex Fix.
- Grond- en/of tussenlaag met Caparol CapaTex Spack, maximaal 5 % water verdunnen. Op ongelijkmatig zuigende ondergrond tot maximaal 10% verdunnen met water.
- Afwerklaag met Caparol CapaTex Spack, onverdund tot max. 5% met water verdunnen.
Gips- en spuitpleisters
- De ondergrond moet draagkrachtig, schoon, droog en vrij zijn van stoffen die de hechting
verminderen. - Voorstrijken met Caparol CapaSil Primer.
- Eventueel op gipspleister aanwezige sinterhuid en scharen afschuren.
- Het oppervlak stofvrij maken met een stoffer en voorstrijken met Caparol CapaTex Fix.
- Grond- en/of tussenlaag met Caparol CapaTex Spack, maximaal 5 % water verdunnen. Op ongelijkmatig zuigende ondergrond tot maximaal 10% verdunnen met water.
- Afwerklaag met Caparol CapaTex Spack, onverdund tot max. 5% met water verdunnen.
Gipsbouwplaten
- De ondergrond moet draagkrachtig, schoon, droog en vrij zijn van stoffen die de hechting
verminderen. - Zuigende platen impregneren met Caparol CapaTex Fix.
- Op sterk verdichte, gladde platen een voorstrijklaag aanbrengen met Caparol CapaSil Primer.
- Grond- en/of tussenlaag met Caparol CapaTex Spack, maximaal 5 % water verdunnen. Op ongelijkmatig zuigende ondergrond tot maximaal 10% verdunnen met water.
- Afwerklaag met Caparol CapaTex Spack, onverdund tot max. 5% met water verdunnen.
Gipskartonplaten
- De ondergrond moet draagkrachtig, schoon, droog en vrij zijn van stoffen die de hechting
verminderen. - Eventueel aanwezige scharen afslijpen.
- Het oppervlak stofvrij maken met een stoffer.
- Gipsreparaties voorstrijken met Caparol CapaTex Fix.
- Voorstrijken met Caparol CapaSil Primer of Caparol CapaTex Fix.
- Platen met in water oplosbare bestanddelen die verkleuren impregneren met Caparol IsoGrund Ultra.
- Grond- en/of tussenlaag met Caparol CapaTex Spack, maximaal 5 % water verdunnen. Op ongelijkmatig zuigende ondergrond tot maximaal 10% verdunnen met water.
- Afwerklaag met Caparol CapaTex Spack, onverdund tot max. 5% met water verdunnen.
Beton
- De ondergrond moet draagkrachtig, schoon, droog en vrij zijn van stoffen die de hechting
verminderen. - Eventueel aanwezige resten van ontkistingsmiddelen verwijderen.
- Grond- en/of tussenlaag met Caparol CapaTex Spack, maximaal 5 % water verdunnen. Op ongelijkmatig zuigende ondergrond tot maximaal 10% verdunnen met water.
- Afwerklaag met Caparol CapaTex Spack, onverdund tot max. 5% met water verdunnen.
Cellenbeton
- De ondergrond moet draagkrachtig, schoon, droog en vrij zijn van stoffen die de hechting
verminderen. - Voorstrijken met Caparol CapaTex Fix.
- Grond- en/of tussenlaag met Caparol CapaTex Spack, maximaal 5 % water verdunnen. Op ongelijkmatig zuigende ondergrond tot maximaal 10% verdunnen met water.
- Afwerklaag met Caparol CapaTex Spack, onverdund tot max. 5% met water verdunnen.
Kalkzandsteen of baksteen
- De ondergrond moet draagkrachtig, schoon, droog en vrij zijn van stoffen die de hechting
verminderen. - Zonder voorbehandeling schilderen.
- Grond- en/of tussenlaag met Caparol CapaTex Spack, maximaal 5 % water verdunnen. Op ongelijkmatig zuigende ondergrond tot maximaal 10% verdunnen met water.
- Afwerklaag met Caparol CapaTex Spack, onverdund tot max. 5% met water verdunnen.
Goed hechtende verflagen
- De ondergrond moet draagkrachtig, schoon, droog en vrij zijn van stoffen die de hechting
verminderen. - Matte, matig zuigende oppervlakken zonder voorstrijken schilderen.
- Glanzende oppervlakken en laklagen opruwen, reinigen en voorstrijken met Caparol CapaSil Primer.
- Grond- en/of tussenlaag met Caparol CapaTex Spack, maximaal 5 % water verdunnen. Op ongelijkmatig zuigende ondergrond tot maximaal 10% verdunnen met water.
- Afwerklaag met Caparol CapaTex Spack, onverdund tot max. 5% met water verdunnen.
Niet goed hechtende verflagen
- De ondergrond moet draagkrachtig, schoon, droog en vrij zijn van stoffen die de hechting
verminderen. - Niet goed hechtende lak-, dispersieverf- of kunstharssierpleisterlagen geheel verwijderen.
- Op zwak zuigende, gladde oppervlakken een voorstrijklaag aanbrengen met Caparol CapaSil Primer.
- Op zuigende, zanderige of poreuze opper-vlakken een voorstrijklaag aanbrengen met Caparol CapaTex Fix.
- Niet goed hechtende minerale verflagen mechanisch verwijderen en het oppervlak stofvrij maken. Voorstrijken met Caparol CapaTex Fix.
- Grond- en/of tussenlaag met Caparol CapaTex Spack, maximaal 5 % water verdunnen. Op ongelijkmatig zuigende ondergrond tot maximaal 10% verdunnen met water.
- Afwerklaag met Caparol CapaTex Spack, onverdund tot max. 5% met water verdunnen.
Ongeschilderd rauhfaser-, reliëf- of ander behang van papier of glasvezelweefsel
- De ondergrond moet draagkrachtig, schoon, droog en vrij zijn van stoffen die de hechting
verminderen. - Zonder voorbehandeling schilderen.
- Grond- en/of tussenlaag met Caparol CapaTex Spack, maximaal 5 % water verdunnen. Op ongelijkmatig zuigende ondergrond tot maximaal 10% verdunnen met water.
- Afwerklaag met Caparol CapaTex Spack, onverdund tot max. 5% met water verdunnen.